Omdat compilers een zeer specifieke doekgroep hebben, ga ik deze tool maar vluchtig
beschrijven. Als je wil leren programmeren in één of meerdere van deze talen, dan zal
het gebruik van een compiler daar in meer detail besproken worden.
C en C++ Worden nog veel gebruikt op Linux, zo is de kernel geschreven in C en vele
andere toepassingen in C++
C++ Is in ontwikkeling sinds 1979 toen Bjarne Stroustrup het
ontwikkelde toen hij werkte bij AT&T Bell Labs en had in het
begin de naam C With Classes omdat het een uitbrijding was op
C van Dennis Ritchie en Brian
Kernighan (1972) die toen ook werkte voor AT&T Bell Labs.
Om de werking van de compiler te kunnen tonen hebben we natuurlijk wat broncode nodig,
hiervoor gaan we de standaard "Hello World" code gebruiken.
Maak een bestand met de naam hello.cpp met de volgende inhoud.
#include <iostream>
int main()
{
// toon de tekst tussen de aanhalingstekens.
std::cout << "Hallo Commandoregel!" << std::endl;
return 0;
}
De simpelste methode om dit te compileren is g++ hello.cpp
Als er geen fouten in de broncode zitten dan geeft dit een uitvoerbaar bestand met de
naam a.out.
als we a.out uitvoeren zal het programma de regel "Hallo
Commandoregel!" weergeven.
Maar omdat a.out nogal cryptisch is geven we met de -o
parameter aan welke naam we het programma willen geven. Ook wordt er vaak de
-Wall parameter meegegeven (dit betekend dat alle waarschuwingen worden
weergegeven tijdens het compileren). Dit kunnen fouten zijn in de code waardoor het
programma niet wil compileren of waarschuwing die heen invloed hebben op het compileren
van de software, maar welke aangeven dat er mogelijk fouten in de broncode zitten.